Een gezicht voor lief nemen

Tentoonstelling: At Face Value, t/m 15 december 2017 in The South African National Gallery, Kaapstad.

Neville Lewis, Maleis meisje

At Face Value is een intrigerende titel voor een portrettententoonstelling. De uitdrukking wordt over het algemeen gebruikt voor de waarde die op effecten en andere waardepapieren staat vermeld, in economisch jargon de nominale waarde. Staat de waarde van een individu op iemands gezicht te lezen? Dat is de open vraag waarmee het museum in Kaapstad de bezoeker op pad stuurt. De expositie bevat een ruime keuze aan portretten in de ruimste zin van het woord: schilderijen, al dan niet in opdracht vervaardigd, bustes, foto’s, tekeningen, grafiek. Met een grofmazig net is een bonte selectie naar boven gehaald en schijnbaar zonder ordenend principe en in elk geval zonder hiërarchie gepresenteerd. Het levert een portrettengalerij op die een groot museum in Nederland niet voor zijn rekening zou willen nemen. Hier zou het begrip status een sturende rol spelen. Dat kan op verschillende manieren: kijkend naar de reputatie van de kunstenaars, de renommee van de afgebeelde personen, of het belang van de werken in een historische of artistieke context.

At Face Value laat al die mogelijkheden links liggen. Oud hangt er naast nieuw, bekend naast anoniem, staatsman naast naamloze burger. Wat  zou het trouwens moeten betekenen dat een werk uit deze museumcollectie als ‘bekend’ wordt gekwalificeerd? Voor kunstenaars en geportretteerden uit het verleden geldt in dezelfde mate dat zij alleen maar bekendheid kunnen genieten in een omgeving die door maatschappelijke positie en afkomst is bepaald. Er zijn geen gemeenschappelijke helden of idolen. De held van de ene groep is de beul van een andere.

Dat bewustzijn dringt de rol van de kunstenaar in deze expositie naar de achtergrond. Zij worden opgevoerd als waarnemers of ooggetuigen die hun bevindingen op papier of doek, in steen dan wel brons hebben vastgelegd. Het brengt de tijdgenoten Neville Lewis en Pablo Picasso op gelijke voet. Neville Lewis leefde van 1895 tot 1972, werd geboren in Kaapstad, volgde een opleiding aan Slade School of Art in Londen en zou Picasso in theorie ontmoet kunnen hebben aangezien hij in de Eerste Wereldoorlog met de Engelsen meevocht in Frankrijk, België en Italië. Dat zijn hart bij Zuid-Afrika en de Zuid-Afrikanen lag bewijzen zijn portretten van veelal zwarte en gekleurde landgenoten. In At Face Value hangt een geschilderd kopje van een Maleis meisje waar ik aanvankelijk met verbazing naar gekeken heb. Zou dit portretje in een Nederlandse inboedel opduiken, dan zou het via een rommelmarkt een plaatsje vinden in een Amsterdamse kroeg en de lijst zou een betere bestemming krijgen. Ik bedoel dit op geen enkele manier badinerend. Zigeunermeisje met traan, viel me in toen ik er langs liep, vaardig maar niet heel goed geschilderd. Lichtpuntjes om de grote ogen vochtig te laten glanzen.

Zelfs in deze nivellerende tentoonstelling had ik niet verwacht zoiets tegen te zullen komen. (Nu ik Picasso genoemd heb moet ik eraan toevoegen dat er geen geschilderd portret van hem is, maar slechts een grafiekblad dat de grafiekdrukker Piero Crommelynck voorstelt.)  En zoals het gaat op zulke momenten, deed de verwondering mij terugkeren naar dat vertederende meisjesportret. Wat mooi eigenlijk dat zij, schoolkind, dochter van de huishoudster of in welke hoedanigheid dan ook opgevallen aan de schilder Neville Lewis, hier te zien is als vertegenwoordiger van de portrettenverzameling van de National Gallery, vertegenwoordiger van het Zuid-Afrikaanse volk, vertegenwoordiger van de wereldbevolking. Zij is voor even het gezicht van haar veelkleurige land en van de grote Maleise gemeenschap daarbinnen.

Met dat besef kijk je anders naar zo’n tentoonstelling. Elk gezicht laat je raden naar geschiedenis, achtergrond, moment van portretteren. Een nominale waarde hoeft niet geschreven of gedrukt te zijn. To take at face value betekent ook: voor lief nemen. Daar hoef ik niets sentimenteels aan toe te voegen, de woorden zeggen alles.

De expositie is niet een pleidooi voor het gelijkschakelen van alle kunstwerken als registraties van momenten in de geschiedenis. Lewis heeft een meisje uit de onbekendheid getild, geholpen door een museumconservator die met open blik heeft gekeken, maar zijn kunstenaarschap wordt er niet per se groter door. Tentoonstellingen die het selectiecriterium van geijkte reputaties negeren dwingen de bezoeker beter te kijken, nog eens te kijken en opnieuw te wegen wat goed is, wat karakter heeft, wat hem bijblijft. In het Zuid-Afrika van nu bestaat geen door iedereen gedeelde set van waarden. De canon van hun geschiedenis zou, als die ooit geconstrueerd kon worden, eruitzien als een schurende, ijselijk piepende en vlekken makende machine van Tinguely. De tussenstand bekijken is een spannend avontuur.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *