Mannen, dromers

Jan Siebelink, De blauwe nacht
Jan Siebelink, De blauwe nacht

Hoewel ik geen enkele neiging zou hebben Jan Siebelink en Ilja Leonard Pfeiffer als romanciers met elkaar te vergelijken, komen hun beider laatste romans thematisch zeer overeen. In beide boeken woont de Nederlandse hoofdpersoon in het buitenland (Genua/Parijs) waar hij werkt, of zich voorneemt te werken, aan een belangrijk boek (studie over immigratie/proefschrift over fin-de-siècle). Van dat werken komt niet veel terecht, hoofdzakelijk door alle muizenissen in de hoofden van de auteurs en hun onbedwingbare neiging alles wat vrouw is achterna te lopen en in gedachten of werkelijk het bed in te sleuren. Deze mannen hebben iets te bewijzen en hoewel ze beseffen dat er geen hogere roem te behalen valt dan met het publiceren van baanbrekende analyses en inzichten, doen hun frustraties en libido hen steeds voor die andere vorm van eeuwigheid kiezen.
Simon Aardewijn, de Siebelink-rol, houdt er een maitresse op na, gaat naar de hoeren, neukt met de vrouw van zijn promotor, verlangt naar zijn dochter en realiseert zich af en toe wanneer hij zijn vrouw met enige distantie beziet dat zij nog altijd aantrekkelijk is en zijn liefde meer dan waard.
Bij zowel Pfeiffer als Siebelink is de buitenlandse stad bedreigend, gevaarlijk. Genua wordt bevolkt door criminelen, dieven, oplichters en moordenaars van allerlei slag. Parijs wordt in het beschreven tijdperk, de jaren zestig, geteisterd door Algerijnse terroristen die het hebben gemunt op politici, intellectuelen en anonieme burgers. Verspreid door het verhaal van Siebelink gaan voortdurend bommen af, dikwijls dichtbij hem of op plaatsen waar hij vaak komt. Niettemin lijkt hij onkwetsbaar, dat wil zeggen: zelfs wanneer hij wordt geraakt door granaatsplinters, komt hij er heelhuids vanaf. Ook financieel is hij onkwetsbaar, een niet onbelangrijk detail – zie Pfeijffer.
Aardewijn leeft in een droomwereld die samenvalt met Parijs. Zijn echte wereld is zijn woonplaats Médan, een rustoord en lustoord, eertijds verblijfplaats van de negentiende-eeuwse schrijvers die hij bewondert. Hoeder van ‘Médan’ is zijn echtgenote. Dagelijks ondergaat Simon een rite de passage als hij met de auto naar Parijs gaat, parkeert bij de Porte d’Auteuil, de bewaker groet die hem onveranderlijk waarschuwt als hij terug wil rijden, en de gevaarlijke stad in gaat. Parijs is zijn droom, de wereld van Zola, Huysmans en Sartre, van hoeren en desolate oproerkraaiers. Judith (bijbelse verwijzing?) heerst over deze onderwereld, zij bezit niets dan een paar koffers maar zij staat voor een verleiding die Simon beurtelings verheerlijkt en verafschuwt. Leiden, de universiteit, is de tegenhanger van Parijs, daar huist de ambitie. Simons promotor toont zich zo betrokken bij zijn proefschrift dat hij het zelf zou willen invullen. Simon speelt dit spel mee: hij geeft bevlogener colleges dan zijn promotor en weet ook diens vrouw beter te bevredigen.
Tenslotte is er de dochter van Simon, Elsa. Zij bestaat niet echt. Elsa is de gedroomde dochter van elke man: zij houdt van hem en beantwoordt zijn verlangen verregaand, zij knapt de klusjes op waarvoor hij wegloopt, begrijpt alles, verwijt hem niets en is de buffer tussen zijn ontrouw en de buitenwereld die daar niets van mag weten of hem niet lastig mag vallen. Zij is de dochter die niet kan bestaan, en omdat ze in haar gewetenloosheid of karakterloosheid sprekend op haar vader lijkt is ze waarschijnlijk een afspiegeling van hem, zeg maar: zijn hersenspinsel.
Ondanks alles wat Simon meezit in het leven – zijn talent, zijn levenskunst, zijn aantrekkingskracht, zijn geluk, zijn beschermengel – weet hij zijn bestaan vakkundig te verknallen. Wat geen terrorist voor elkaar krijgt doet hij zichzelf aan: voor en achter hem gaan bommetjes af, loopt hij risico’s en begaat hij stommiteiten, negeert daarbij ook alle waarschuwingen die hij krijgt en hij zal het niet overleven. Dat verbaast ons, de lezers, niets. Waarna slechts één vraag resteert: wat wilde Siebelink ons hiermee zeggen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *