Nog even over Danh Vo (zie ook De verleiding van net echt, 3 augustus 2015). Rutger Pontzen in De Volkskrant:’Vo vindt het belangrijk dat zijn kunst door anderen wordt gemaakt. Door ambachtslui zoals zijn vader, Phung Vo, die alle teksten voor zijn zoon kalligrafeert. Maar ook door anderen, arbeiders in zogenoemde lagelonenlanden of lagekostenlanden (afhankelijk vanuit wiens perspectief je het bekijkt). En dat dat goedkoop gemaakte werk daarna op de Westerse kunstmarkt voor enorme prijzen van de hand gaat. Het zegt iets over Vo’s interesse voor de mondiale economie.’ Tja. Ik zou zeggen: het zegt iets over Vo’s interesse voor zijn eigen bankrekening.
Volgens Pontzen heeft Vo’s werk ‘reminiscenties aan zijn jeugd in Vietnam, zijn familiegeschiedenis aldaar, zijn vlucht naar Europa (…), kolonialisme, migratie en culturele identiteit, net zozeer als homoseksuele relaties, gedragsnormen in het algemeen, de maatschappij als geheel en de context van de kunst in het bijzonder.’ Kort samengevat: Vo verkoopt reminiscenties aan alles. Maken doet hij niets.
[5 augustus 2015] De Volkskrant van gisteren moedigt de lezer aan voortaan kunst te kopen via internet. ‘We willen een werk met schakeringen van rood. Abstract, maar het mag lijken op een lucht of landschap. Liefst in olieverf.’
Welja, wat maakt het uit? Abstract, en lucht, en landschap. Dat is het niveau waarop het gesprek over kunst tegenwoordig blijft steken.