Sigrid Sigurdsson, Architektur der Erinnerung, permanent in Museum Osthaus, Hagen (DU). Marjolijn van den Assem neemt deel aan de expositie Snapshot of a Larger Order, in Nolet Fabrieken, Schiedam, t/m 16 juli 2016.
In de afgelopen maand is opnieuw, en terecht, uitgebreid stilgestaan bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog en de viering van de bevrijding. Steeds vaker wordt nu de vraag gesteld hoe de herinnering aan de verschrikkingen van toen levend blijft als de generaties die het hebben meegemaakt uitdunnen en de tijd alle wonden lijkt te hebben geheeld. Zullen we het Derde Rijk op afzienbare termijn gaan beschouwen als ‘gewoon’ een historische periode zoals de Napoleontische tijd? Je mag het niet hopen, al was het maar om de geur van persoonsverheerlijking die nog altijd rond Napoleon hangt, niettegenstaande de vele doden en de zinloze veldtochten die hij op zijn geweten heeft.
Naast de geschreven, gefotografeerde en gefilmde getuigenissen – dagboeken, historische verslagen en interpretaties – spelen monumenten en musea een belangrijke rol. Nieuwe musea openen hun deuren, nieuwe en almaar grotere monumenten met langere opsommingen van slachtoffers worden geplaatst. Ze kunnen ons gevoel van machteloosheid niet verhelpen maar ze zorgen wel voor een beleving die de herinnering misschien meer blijvend maakt.
Het woord ‘herinnering’ is in deze context eigenlijk vreemd. De meeste bezoekers van monumenten en musea herinneren zich waarschijnlijk niets van het gememoreerde omdat ze er niet bij zijn geweest. Deze ‘plaatsen van herinnering’ zijn beter te beschouwen als tekens die ons eraan herinneren tot welke verschrikkingen de mensheid – ons buurvolk, onze buurman – nog maar kort geleden in staat was uit naam van een hoger doel. Opdat wij niet vergeten.
De wil tot vergeten is hardnekkig en de oproep tot gedenken niet altijd welkom. De aanleiding blijft slecht nieuws, een zwarte pagina in de geschiedenis die niet alleen schuldigen in het verleden aanwijst, maar evengoed op ons geweten werkt. Zo fout als destijds zovelen waren, kunnen wij morgen ook zijn. Zo dom als toen de massa was zich in een collectieve psychose te laten meezuigen, zo kan het weer gaan. Er is geen reden om het uit te sluiten.
Het Osthaus Museum in Hagen heeft een bijzondere manier gevonden om de herinnering aan het Nazi-tijdperk levend te houden. Misschien moet ik zeggen dat het de Noorse kunstenaar Sigrid Sigurdsson was die de manier heeft gevonden, en is het museum de gelegenheidgever. Een permanent en steeds groeiend kunstwerk onder de titel Architektur der Erinnerung neemt de centrale ruimte in de vroegere villa in beslag. De grootste verdienste van deze zaal is dat de bezoeker ertoe wordt verleid zich te verdiepen in oorlog en dictatuur, geschiedenis en actuele maatschappelijke problemen, individuele keuzes en onafwendbare gebeurtenissen.
Een open archief noemt Sigurdsson haar werk. Het heeft geen begin en geen eind, de meeste bezoekers lopen er onvoorbereid en ongehinderd naar binnen en nemen de aanwezige documenten en voorwerpen naar eigen voorkeur tot zich. Haast spelenderwijs ontdekken die de gelaagdheid van dit archief waarin zich een encyclopedie, boeken en tijdschriften bevinden, ordners, plakboeken, boeken gevuld met collages uit werkplaatsen van verstandelijk gehandicapten, boekobjecten van stof die zijn dichtgenaaid, schaakborden, een tafel met gekleurde blokjes en andere speelgoedachtige bouwmaterialen, reisgidsen, een computer en een fotoreportage van de stad Hagen na het geallieerde bombardement van 1943. De ruimte waarin dit wordt gepresenteerd was oorspronkelijk de museumbibliotheek en die uitstraling is behouden. Maar er is geen bibliothecaris, geen gids of surveillant die de leiding neemt of beperkingen oplegt. Wat niet in vitrines ligt, mag worden aangeraakt. Je mag er bladeren, spelen, je verbazen, een spoor volgen en halverwege stoppen. Je kunt je even verdiepen in een onderwerp, de sprong maken naar de actualiteit, je mag besluiten een keer terug te komen. Hoe dan ook heb je je dan laten meeslepen in het proces dat herinneren heet. Je hebt je eraan laten herinneren dat de geschiedenis van destijds en nu voor je open liggen. Het is aan jou te bepalen hoe diep je wilt graven, hoeveel je wilt weten, hoever je wilt gaan in het aanwijzen van schuldigen en slachtoffers.
De Architektur der Erinnerung is een levenswerk van Sigrid Sigurdsson (geboren in 1943), waaraan zij vanaf 1989 heeft gewerkt en waarvoor ze sinds 2009 deze mooie ruimte tot haar beschikking heeft. Het is geëngageerde kunst op zijn best. Zij volgt haar eigen spoor of sporen en weet het publiek door fascinatie mee te krijgen in een gebied vol onopgeloste vragen en pijnlijke feiten. Het werk heeft in Nederland een pendant in de Nietzsche-onderzoekingen van Marjolijn van den Assem, met dit verschil dat de laatste meer scheppend kunstenaar is en minder verzamelaar van andermans erfgoed. Maar ook haar oeuvre is een architectuur van de herinnering, een wezenskenmerk van goede kunst. (zie ook: herinneren 2)