Tentoonstelling Above and Beyond, veertien foto’s van Daniëlle Kwaaitaal, Drents Museum Assen, t/m 4 september 2016
Het Drents Museum heeft in 2014 ongeveer 5000 voorwerpen uit de collectie verwijderd omdat ze er geen zinvolle plek meer hadden of gewoon onherstelbaar versleten waren. Dit opschonen van de depots gebeurt in veel musea. Het schept ruimte en het maakt dat de conservator en restaurator met iets minder moedeloosheid de bende overzien die daar in de loop van de tijd is bijeengebracht. Verzamelen voor een museum is prachtig, maar een museumcollectie beheren is dikwijls een zware last.
In Assen hebben ze het ‘ontzamelen’ (waarom zo’n lelijk woord? wegdoen, afstoten, dat is toch goed Nederlands?) blijmoedig aangevat. Om het proces het karakter te geven van een ritueel, vergelijkbaar met het feestelijk binnenhalen van een nieuwe aanwinst, is er een kunstenaar bijgehaald die er in haar eigen beeldtaal iets van mocht documenteren. De kunstenaar in kwestie werd fotografe Daniëlle Kwaaitaal. Eerder, in 2012, maakte zij de serie End of Cycle, foto’s van voorwerpen aan het einde van hun levenscyclus. De beeldspraak is al mooi en Kwaaitaal wil laten zien dat dit ‘leven’ van dode dingen niet alleen afhangt van de materiële staat waarin ze zich bevinden, maar meer nog van de verbeelding. Voor het Drents Museum ging zij een stap verder. Zij bracht veertien voorwerpen onder bij verschillende kunstenaars en ontwerpers met de vraag ze een nieuwe context te geven. De resultaten daarvan werden door Kwaaitaal gefotografeerd en als ik de opzet goed begrepen heb, zijn deze veertien foto’s het enige wat nog rest van de vroegere museumstukken.
Bij mijn rondgang door de expositiezaal hinderde het mij aanvankelijk dat de bezoeker zo weinig aan de weet komt van de dingen zelf. Het zou gaan om een houten wagenwiel, een paar gloeilampen, wat roestig fietsgerei, flessen van glas, een hoed, rollen linnen, een Nederlandse vlag, een oude zijden cape en nog zo wat. Het wagenwiel ging naar Hans van Bentem, de hoed naar schoenontwerper Jan Jansen, de vlag naar Aziz Bekkaoui en de flessen naar Simone Boon. Daaruit kwamen evenzovele assemblages waarin het originele materiaal niet altijd even goed herkenbaar is. Wat Daniëlle Kwaaitaal er vervolgens mee deed tilde het project uit boven de Spielerei. Haar foto’s zijn ruimtelijk onbestemd, in materiaalgevoel misleidend (ik moest vaak twee keer kijken om te controleren of ik weefsel zag of een fotografische weergave van weefsel) en gewichtloos zoals zij dat zo goed kan. Haar uitspraak dat zij ‘geraakt [is] door de teerheid van deze ontzamelde objecten’ is naar mijn smaak iets te sentimenteel, maar de foto van het kanten kinderjurkje drijvend in een peilloos zwart is schitterend. Een lichtbeeld, een laatste blik, een hommage aan een prachtig ding dat niet meer bestaat.