Moet het Rijksmuseum dicht?

Maarten Doorman, De navel van Daphne. Over kunst en engagement. Amsterdam 2016.

PH

‘Het Rijksmuseum moet dicht.’ Zo begint Maarten Doorman zijn boek De navel van Daphne. Ten overvloede sluit hij het hoofdstuk af met: ‘Daarom moet het Rijksmuseum dicht.’

Waarom moet van Maarten Doorman het Rijksmuseum dicht? Omdat het ‘de geschiedenis’ belichaamt en onze neiging bewonderend naar het verleden te kijken. De bezwaren daartegen ontleent Doorman onder anderen aan Nietzsche die vond dat belangstelling voor geschiedenis vaak monumentaal en/of antiquarisch is en daardoor de aandacht afleidt van wat er nu gebeurt. Of het werkelijk zo is dat mensen tegenwoordig ‘massaal in de rij voor het Rijksmuseum en het Louvre gaan staan om de kunst van nu links te laten liggen’, zoals Doorman stelt, is twijfelachtig. Hij suggereert een tegenstelling tussen verleden en heden die volgens mij niet werkelijk bestaat. Hij geeft er een remedie voor die onrealistisch is en uiteindelijk zijn eigen betoog ondergraaft.

Het Rijksmuseum zal niet worden gesloten en feitelijk is dat niet eens wat Doorman voorstelt. Hij schrijft immers:‘Waarom zouden we het weer in volle glorie herstelde gebouw aan de Stadhouderskade niet voor hedendaagse kunst gebruiken, om te laten zien dat wij onszelf en onze eigen tijd nog serieus nemen?’ Het museum mag dus blijven staan, het mag zijn bestemming voor de kunst behouden, maar de oude kunst erin moet plaatsmaken voor de kunst van nu.

Dat zou een heel vreemd effect geven en zeker niet opleveren wat Doorman ervan verwacht.

Wat het Rijksmuseum – en eigenlijk alle grote musea – laten zien is een keuze uit een lange verzamelgeschiedenis, uit collectiestukken waarvan de herkomst ver teruggaat in de tijd. Zo’n collectie is immens omvangrijk en permanent en de huisvesting is daarom groot en zeer overdacht. Instellingen die hedendaagse kunst presenteren beschikken niet over zo’n collectie. Eigenlijk is alles wat zij laten zien speculatief en in eerste instantie van voorbijgaande aard. Het gevoel van engagement met de wereld waarin wij leven, de urgentie waar Doorman om vraagt, is misschien groter dan bij oude(re) kunst. Zulke kunst staat dichter bij wat de nieuwsmedia ons melden en de onderwerpen waarover het in geëngageerde kringen gaat. Of die nieuwe inzichten brengt die alleen in de gekozen beeldtaal of techniek uitgedrukt hadden kunnen worden, moet afgewacht worden. Tegen de tijd dat we daar meer over weten is zo’n kunstwerk ook geschiedenis geworden en moet het uit het Rijksinstituut voor Hedendaagse Kunst worden verbannen.  Alleen al daaruit volgt dat de kunst van nu geen groot gebouw nodig heeft en ook niet de ambiance van een gebouw zoals het Rijksmuseum.

Hedendaagse kunst is op veel plaatsen te zien. Er is zelfs, in weerwil van wat Doorman zegt, veel publiek voor. De plekken waar ze opduikt zijn veelvormig en wisselend. De waardering die ze oproept ook. Dat hoort waarschijnlijk bij de onwennigheid van het nieuwe.

Er is oneindig meer geschiedenis dan eigen tijd. Dat zien we terug in de musea die zich voor het overgrote deel met het verleden bezighouden. Het is een fictie dat verleden en heden aan elkaar tegengesteld zijn. Wij zijn in staat vandaag te begrijpen omdat we gisteren hebben meegemaakt. Zo begrijpen we hedendaagse kunst ook beter wanneer ze wordt getoond in samenhang met oudere kunst.

Wat er gebeurt wanneer ze een eigen museum krijgt zonder de context van wat al bestaat, heb ik op veel plaatsen mogen ervaren. Bijna zonder uitzondering zijn musea voor hedendaagse kunst de meest sfeerloze instellingen die ik ken, waar dan ook weinig publiek wordt aangetroffen en de stemming doods en streng is. In Düsseldorf, Berlijn, Bazel, Wenen, Rome, New York, overal proefde ik die ongemakkelijke verhouding tussen het instituut museum en het levende fenomeen van de eigentijdse kunst. Op plaatsen waar zo’n museum wordt omgetoverd in een kinderspeelpaleis, zoals in Parijs, heerst een frisse, met zware bastonen ondersteunde opgewektheid, maar daar is het veel moeilijker de concentratie op te brengen om een kunstwerk tot je door te laten dringen.

Als je het leven van nu serieus wilt nemen, zoek die dan op de plaatsen waar het zich voltrekt. Een monument claimen om monumentalisme tegen te gaan, dat is in strijd met elke logica.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *