Tentoonstelling: Jean Dubuffet, The Deep End, samengesteld door Sophie Berrebi, t/m 7 januari in Stedelijk Museum Amsterdam.
Het Stedelijk Museum beschikt in de eigen collectie over een zo ruime en representatieve selectie uit het werk van Jean Dubuffet dat het tonen ervan een bescheiden overzichtsexpositie oplevert. In de eerste zaal hangt een serie litho’s die Dubuffet maakte in de jaren vijftig. In die periode ontwikkelde hij een bijzondere belangstelling voor natuurlijke materialen en structuren. Uit titels die hij destijds gebruikte als Célébration du sol, Texturologies en Topographies spreekt een behoefte zich gelijktijdig naar twee zijden te buigen, die van het primitivisme en de wetenschappelijke bestudering van de natuur. Texturologie zou letterlijk vertaald weefselkunde of weefselleer zijn, waarbij bedacht moet worden dat het Dubuffet niet ging om textiele weefsels maar om structuren van materialen als zand, steen of asfalt of een toevallig aangetroffen oppervlak van een verweerde en bekraste muur.
In het bijschrift bij de serie litho’s werpt het museum namens de kijker de vraag op wat hij ziet, waar in de werkelijkheid hij het zou kunnen plaatsen en ook op welke schaal dat is weergegeven. Vooral die laatste toevoeging deed mij de wenkbrauwen fronsen. Over de herkenbaarheid van het beeld kun je twisten. De bladen zijn overwegend grijs, korrelig en zonder compositie. Abstract, zou je kunnen denken, totdat je je realiseert dat het letterlijk een stukje werkelijkheid is waarnaar je kijkt. Zand. Steen. Stucwerk. Honderd procent figuratief dus. Het enige wat je nog aan de letterlijkheid van de weergave doet twijfelen is de techniek: een litho geeft niet een afdruk van een bestaande structuur zoals een frottage het zou doen, of een foto. Dubuffet heeft de structuren die hem boeiden dus gereproduceerd op een steen om er later een afdruk van te kunnen maken. De gedachte dat hij daarbij nog met schaalvergroting of -verkleining zou hebben gespeeld, blijf ik vreemd vinden. Wat ligt er meer voor de hand dan het ‘gevonden’ beeld waar je de aandacht op wil vestigen gewoon één op één weer te geven?
Het roept ook de vraag op waar in deze werken het kopiëren ophoudt en de verbeelding het overneemt. Je kunt veronderstellen dat het Dubuffet voldoende was de blik naar de aarde te richten. Zijn fascinatie over te dragen op die van de kijker, waarna de verbeelding ook hem of haar in zijn greep zou krijgen. Tegelijk denk ik dat een zo vergaande reductie van de rol van de kunstenaar Dubuffet slecht zou bevallen. Hij wilde meer zijn dan de gids die alleen maar aanwijst, daarvoor is zijn werk uit de jaren vijftig te aards en het latere te fröbelig.
Dubuffet was niet primair de kijker die terugviel op de schoonheid van het bestaande, al was hij dat ook. Uiteindelijk wilde hij het materiaal in de vingers krijgen om er een nieuwe werkelijkheid mee te scheppen. Het duurde na het maken van de serie litho’s niet lang of hij zat te schuiven, te knippen en te plakken met herfstbladeren om landschappen te maken die nooit eerder in de kunstgeschiedenis vertoond waren. Die zijn niet zomaar het resultaat van een toevallig proces van vinden, oprapen en bevestigen, de bladen zijn sterk van kleur en tekening en de compositie is hecht en pakkend. Het lijkt erop dat de litho’s die alleen maar bestaande structuren weergeven een kinderlijke fase vertegenwoordigen van door de knieën gaan en aandachtig kijken naar waar iedereen aan voorbij loopt, of gedachteloos overheen loopt. Zoals de jonge Van Gogh ook urenlang zat te turen naar plantjes, zich verbazend over zoveel vernuft dat je zonder aanwijsbare oorzaak overal in de natuur kon aantreffen. Van Gogh moest daarna een lange weg afleggen van kunstenaar worden door het oog en de hand te oefenen: kijken naar kunst, gaan tekenen en daarna het penseel oppakken. Dubuffet nam de korte weg naar het kunstenaarschap op basis van zijn eigen inventie en wat de werkelijkheid hem kant en klaar te bieden had.
Van Gogh was pas kunstenaar toen hij geleerd had het beeld weer te geven dat je ziet als je recht voor je uit kijkt, over het landschap. Dubuffet hurkte waar het hem uitkwam en nodigt ons uit met hem mee omlaag te kijken. Dat is de boodschap van de expositie in het Stedelijk, met dank aan gastconservator Sophie Berrebi die subtiele aanwijzingen geeft op de achtergrond.