Straatfotografie als tijdmachine

Tentoonstelling De vroege Van Gogh. Werk tegen de onverschilligheid in. Kröller-Müller Museum, Otterlo, t/m 9 april 2017.   

Henri Berssenbrugge, Raamstraat, 1910
Henri Berssenbrugge, Raamstraat, 1910

Wanneer een tentoonstelling opvalt door een uitbundige vormgeving, dan is er achter de schermen gepiekerd over de geringe aantrekkingskracht van het onderwerp. Het is een wet die zelfs opgaat voor de tekeningen van Vincent van Gogh. Een onverwoestbare reputatie, zou je denken, die garant staat voor lange rijen belangstellenden. Maar bij het tonen van Vincents vroegste stappen op het kunstenaarspad heb je als museum wat uit te leggen. Allereerst omdat veel tekeningen uit die periode onbeholpen zijn en zonder de latere ontwikkeling van de maker amper van artistiek belang. Daarnaast is het bekijken en interpreteren van tekeningen, studies en schetsen, geen vanzelfsprekendheid. Het gekrabbel van potlood, krijt en houtskool op armzalige stukjes papier verraadt veel over de technische beheersing van het vak, maar ook over de interesse van de tekenaar, zijn manier van kijken, de tijd waarin hij leefde en de invloeden die hij op zich liet inwerken. Als één tekening al zoveel kan zeggen, dan bieden de honderden exemplaren waarover het Kröller-Müller Museum beschikt een stortvloed aan informatie. Niets om terughoudend over te zijn, misschien.

Maar informatie is nog geen amusement. En voor het vasthouden van de publieksaandacht is een zekere dosis amusement onontbeerlijk. Dus heeft een decorateur in het museum opdracht gekregen enkele wanden geel te schilderen met Sandberg-achtige scheurranden. En heeft gastconservator Auke van der Woud, architectuurhistoricus van beroep, foto’s van het Rotterdamse straatleven van Henri Berssenbrugge toegevoegd, uitvergroot tot wandvullend formaat om de wereld waarin Van Gogh rondliep aanschouwelijk te maken. Per slot van rekening waren zowel het lopen als het meeleven met de minst bedeelden de favoriete bezigheden van de domineeszoon uit Zundert.

Bieden deze foto’s wat ze suggereren? Plaatsen ze je middenin de wereld van Van Gogh? Dat niet precies. Ze dateren van toch wel een kwart eeuw later (niet van 1882 tot 1885, maar vanaf 1908) en ze tonen straatbeelden van Rotterdam en niet de achterbuurten van Den Haag, laat staan de interieurs van Brabantse boerenhoeven en weverijen. Er is geen feitelijke overeenkomst. En toch werken ze buitengewoon goed. De beelden zijn van een kwaliteit die in de fotografie van rond 1880 nog niet te vinden was. Maar bovenal geven ze de blik weer die de kijker – in dit geval dus de bezoeker van de tentoonstelling – zou hebben als hij zelf daar op straat stond. Degene die hier door de lens kijkt is geen buitenstaander en de gefotografeerde personen poseren niet. We staan daar zelf op straat in het Rotterdam van 1908, tussen de spelende kinderen, de marktkooplui met hun handkarren, de huisvrouwen met de boodschappen of de was. We staan er alsof we zo binnen konden lopen bij de zeepziederij, het schenklokaal of bij fotograaf Berssenbrugge die een mooie winkel had. De horizon op de foto’s, de lijn waar de straat eindigt en overgaat in bebouwing of vergezicht, ligt ongeveer halverwege de hoogte van het beeld. Bij een formaat van vier meter hoog is dat dus ongeveer op ooghoogte van de kijker. We kijken letterlijk op straat en omhoog naar de huizen verder weg. Dat maakt deze beelden bij uitstek geschikt om je in te verplaatsen. Ze werken als een tijdmachine.

Iemand vroeg zich af hoe het kan dat de bebouwing op die foto’s toen ook al oud was, en het antwoord is waarschijnlijk dat dat niet klopt. We zien hoofdzakelijk negentiende-eeuwse panden, een aantal vertonen onmiskenbaar invloeden van de art nouveau dus die waren betrekkelijk nieuw. Het is onze door het modernisme gekleurde blik die deze wereld interpreteert als oud. Wie wil zien in welk duizelingwekkend tempo de steden rond 1900 werden uitgebreid, kan enkele zalen verderop het schilderij Huizen in aanbouw van W.B. Tholen bekijken. Of de Amsterdamse foto’s van Breitner.

Ik heb lang naar Berssenbrugge gekeken. Ik heb me er kostelijk mee geamuseerd, wetende dat ik niet in Vincents voetsporen trad. Misplaatst zijn ze in deze tentoonstelling zeker niet. Hoe dan ook plukken ze je uit je vertrouwde omgeving en maken je deelgenoot van een samenleving die inmiddels achter de horizon is verdwenen. Zonder auto’s en modern comfort, maar vol leven. Het is wonderlijk te bedenken dat Van Gogh ook in dat straatbeeld een dolende figuur is geweest.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *