We are not your ladies

Expositie: Our Lady / I am no Lady, in The South-African National Gallery, Kaapstad.

Drie exposities in de South-African National Gallery wilde ik bespreken. Die over textielkunst (Women’s Work, zie hieronder de bijdragen van 15 en 13 maart 2017), die over portretten (At Face Value, 17 maart 2017), en de tentoonstelling die oorspronkelijk Our Lady heette, over het vrouwbeeld in de kunst vanaf circa 1850. Van die laatste is de titel op de wand bruut met plakband bewerkt tot ‘I AM NO LADY’. In de zaal die ervoor is gereserveerd zijn de wanden goeddeels leeg, witte tape geeft nog de contouren aan waar bij aanvang van de tentoonstelling de kunstwerken hebben gehangen.

Wat ging er mis, en hoe kan het dat een gesaboteerde expositie niet is gesloten maar in deze protestopstelling voortduurt?

Het museum moet met de meest respectabele bedoelingen aan dit project zijn begonnen. Drie vrouwelijke curatoren zouden uit twee museumcollecties – die van de National Gallery zelf en die van The New Church Museum – een selectie maken van afbeeldingen van vrouwen. Madonna’s en andere religieuze voorstellingen, portretten, historiestukken misschien, het is moeilijk na te vertellen want de meeste werken zijn, zoals gezegd, verwijderd. Het vooropgezette plan was te laten zien hoe het vrouwelijk lichaam in de kunst is gebruikt als symbolisch voorwerp dat patriarchale politieke, erotische en esthetische ideeën overdraagt, in plaats van als individueel, vrouwelijk onderwerp (de tegenstelling tussen ‘object’ en ‘subject’). In een persbericht toonden de organisatoren zich van hun meest politiek-correcte zijde door te eisen ‘that women be viewed as strong, empowered beings.’

Ik weet niet wat me het meest dubieus voorkomt: het afdwingen van een gewenst vrouwbeeld bij mensen die dat niet van zichzelf al koesteren, of het herzien van de kunstgeschiedenis met dit doel. Om met het laatste te beginnen: het gebeurt vaak dat mensen die naar kunst kijken met een andere dan artistieke blik, die afbeeldingen houden voor de werkelijkheid zoals die ooit moet hebben bestaan. Zij maken gemakkelijk de fout een vrouw die om symbolische, erotische of esthetische redenen is afgebeeld te vereenzelvigen met elke vrouw van vlees en bloed die destijds rondliep. Je hoort zulke mensen nooit publiekelijk klagen over het manbeeld van de schilders van de kruisigingsscène op Golgotha of van Salomé met het hoofd van Johannes de Doper op een schotel.

Beter dan voorstellingen uit een kunsthistorische traditie met opzet verkeerd te begrijpen, konden zij op zoek gaan naar afbeeldingen van werkelijk geleefd hebbende vrouwen, en daaruit conclusies trekken over een mogelijke vooringenomenheid van de makers. Ik ben niet optimistisch over de uitkomst, de oogst zou misschien mager zijn en het beeld niet fraai. Maar ik denk dat de meeste gelovigen en bijbel-interpretatoren de maagd Maria als een sterke vrouw zien.

Het is gemakkelijker maatschappelijke misstanden aan te tonen aan de hand van hedendaagse kunst. De kunst van de laatste eeuw staat veel dichter bij de werkelijkheid, zeker als je de fotografie en film erbij rekent, en kunstenaars zijn steeds minder terughoudend in het innemen van een politiek standpunt. Op dit vlak heeft in Kaapstad dan ook de clash plaatsgevonden. Vijf vrouwelijke deelnemers aan de tentoonstelling hebben bij de opening tot hun ontzetting geconstateerd dat van de 27 kunstenaars slechts zeven vrouw waren, van wie niet meer dan drie zwart. Eén van de mannelijke deelnemers werd op dat moment al verdacht van moord op een zwarte prostituee. Ook in Zuid-Afrika is iemand pas schuldig als hij is veroordeeld, maar het feit dat van deze kunstenaar een foto in de expositie hing van een zwarte vrouw, afgebeeld als een ‘faceless, nameless and disposable non-entity’ zoals de bezwaarmakers het omschrijven, was de druppel die de emmer deed overlopen.

Zij hebben hun werk uit de tentoonstelling teruggetrokken, waarna The New Church Museum hetzelfde deed. Het museum heeft de moed gehad de wanden kaal te laten, de titel verbasterd tot I am no Lady, en een pamflet aan de muur te bevestigen waarin de bezwaren welsprekend worden uiteengezet, afgesloten met de kreet: ‘We are not your ladies.’

Zo krijgt een project dat niet goed kon aflopen, toch een bevredigend slot. Het museum draagt de schande met waardigheid en de boze kunstenaars hadden zich geen beter podium, noch een betere aanleiding kunnen bedenken om hun standpunt over het voetlicht te brengen. Mocht The National Gallery nog eens een tentoonstelling met een geëngageerde boodschap op het programma willen zetten – en dat zal in de gepolitiseerde context die er heerst niet lang duren – dan adviseer ik zoiets niet over de hoofden van de kunstenaars te doen, maar in gesprek met hen. En ongeacht de uitkomst inzicht te geven in de discussie die het heeft opgeroepen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *