Tentoonstelling: Highlighting Skin. Michael Kirkham en Ina van Zyl, naar een idee van Boudi Eskens. T/m 5 april in De Ketelfactory Schiedam.
Sommige ergerniswekkende uitspraken die je ooit eenmaal hebt gehoord, krijg je de rest van je leven niet meer uit je hoofd. Het gewicht ervan is waarschijnlijk allang verdampt, de tijden zijn veranderd, naar de spreker wordt niet meer geluisterd. En toch zingt soms nog dat zinnetje rond in mijn hoofd van de neo-marxistische profeet dat ik pakweg vijfentwintig jaar geleden hoorde. Hij geloofde dat culturele uitingen, of het nu gebruiksvoorwerpen of schilderijen zijn, getoond moesten worden in de context van geschiedenis en ideologie en dan nog uitsluitend wanneer ze van passend commentaar waren voorzien. Tot zijn ontsteltenis had deze man geconstateerd ‘dat in sommige musea gewoon nog schilderijen aan de muur hangen’.
Waarom viel mij deze herinnering in, juist op het moment dat ik over de drempel stapte van De Ketelfactory in Schiedam? Ongetwijfeld omdat dit de overweldigende eerste indruk van de ruimte is: dat er gewoon schilderijen aan de muur hangen, als een reeks donkere en soms ook bijna lichtgevende rechthoeken tegen onberispelijk witte muren. De rust, de stilte, het afwachtende, de manier waarop het daglicht zich verspreidt door de zalen, de tafel met enkele publicaties die ik eerst als amuses doornam omdat het hoofdgerecht best nog even kon wachten.
Het kon zelfs nog langer wachten, volgens onze gastvrouw, als we vooraf de door Kim Everdine Zeegers gefilmde portretten van de beide exposanten Michael Kirkham en Ina van Zyl op de eerste verdieping wilden bekijken. Dat hebben we gedaan. De kunstenaars stellen zichzelf voor door eenvoudig te vertellen over wat hen boeit aan een onderwerp dat ze gaan schilderen, hoe ze te werk gaan, welke gedachten daarbij passeren enzovoort. Ze verklaren niets, verklappen niets en maken het kijken naar de schilderijen zelf geenszins overbodig. Wel heb je dan een persoon voor ogen en een paar hints van details om scherp op te letten.
De voornaamste hint krijg je al bij binnenkomst, namelijk de titel Highlighting Skin. Die blijkt afkomstig van Ernst van Alphen die ook de catalogustekst heeft geschreven. Hij ziet een overeenkomst tussen de manier waarop Kirkham en Van Zyl de huid van voorwerpen en lichamen behandelen, en hij merkt daarnaast zoveel verschillen op dat zijn thema de kijkervaring niet gaat overheersen. Hier zijn twee schilders aan het werk voor wie het licht en de huid een beladen betekenis hebben. Betekenissen, eigenlijk. Fysiek, verwijzend naar wat een lichaam omhult en beschermt en ook communiceert met de buitenwereld. Al even tastbaar is de huid van verf die kan glanzen, rimpelen, die transparant kan zijn of ondoordringbaar, die licht kan absorberen of weerkaatsen. Tenslotte is er nog een betekenislaag die te maken heeft met schuld en schaamte. Van Alphen werkt zijn betoog uit aan de hand van goed gekozen voorbeelden die grotendeels in de expositie te zien zijn.
Vanzelfsprekend ontlenen die doeken hun kwaliteit niet aan het feit dat ze passen in een theoretisch betoog. Het is eerder andersom: dit verhaal zou weinig vat krijgen op voorstellingen die autonoom niet overeind zouden blijven. Het loont, zeker omdat het aantal werken beperkt is, om voor deze voorbeeldige expositie de tijd te nemen. De formaten zijn bescheiden, de bijschriften hangen niet aan de muur maar zijn beschikbaar op een vouwblad. Een enkele keer aarzel je of je met een Kirkham of een Van Zyl van doen hebt, maar meestal is er geen twijfel mogelijk. Kirkham is de meest surrealistische van hen beiden, hij concentreert zich veelal op gezichten die hij zo weinig expressie meegeeft dat je je afvraagt of er een ziel in huist. Van Zyl is de meest realistische, zij houdt van beelduitsnedes die elk onderwerp, of het nu een schelp is, een gezicht of een zwarte pruim, iets geheimzinnigs verlenen. Haar werk ontwikkelt zich langzaam, in de gekozen motieven zit veel herhaling. Het zelfportret met de titel Retour uit 2011 had ik niet eerder gezien, het toont haar gezicht liggend en in schaduwtinten die met haar eigen huidskleur nauwelijks overeenkomen. Het straalt een geweldige dramatiek uit. Het schilderij van twee gitzwarte pruimen waarover zij vertelt in het videoportret heet The Idea and Its Shadow (After Roger Doyle) (2008) en boeit niet allereerst intellectueel, zoals de naam kan doen vermoeden, maar juist schilderkunstig.
Zo zal elke kijker zijn eigen favorieten hebben. Bij Kirkham stond ik het langst stil bij twee recente doeken, Unsere Nachbarn uit 2017-’18 en Black Mirror uit 2019. Ze zijn niet alleen intrigerend als beeld, maar zitten over het hele oppervlak vol rake details en treffende kleurnuances. Ze paren stemming aan een beeldraadsel en zetten zich daarmee vast in je geheugen. Meer kan een schilderij niet doen.
Wij werden enigszins terloops gewezen op een extra presentatie op zolder, waar Florette Dijkstra en Margriet Kemper een soort van studio-opstelling hebben ingericht. ‘Jagen en verzamelen’ heet de presentatie waar ik ademloos naar heb gekeken. Potloodtekeningen van Dijkstra, onder meer uit de series Dwaaltekeningen en Werkkamers (van bekende schrijvers en kunstenaars). Margriet Kemper toont er een grote serie patroonkaarten, tekeningen van abstracte kleurpatronen met viltstift en pen gemaakt op karton van ansichtkaartformaat. Zoveel samengebalde energie op papier appelleert ook bij mij aan het instinct tot jagen en verzamelen, maar veel beter zou het zijn als deze verzameling hier een permanente plaats zou krijgen. Wat zou het fijn zijn als ergens in de hectische, op snelle effecten gerichte tentoonstellingspraktijk van nu een plek kon bestaan waar kunst zoals deze altijd te raadplegen is. Bij De Ketelfactory gaat dat niet lukken, want deze expositie wordt zeer binnenkort vervangen door een andere. Toch hebben ze hiermee bewezen dat er enorme hiaten zitten in wat de musea ons laten zien. Een onmisbare plek, deze Ketelfactory. De openingstijden zijn beperkt (vrijdag tot en met zondag van 13 tot 17 uur), maar ze maken de deur ook open op afspraak.